O Stiltecoupé, Op De kunst der poëzy

januari 2020

Op 13 december 2019 was Maria Barnas Dichter van Dienst. Ter gelegenheid van de zevende Bilderdijk-lezing schreef zij onderstaand gedicht:

O Stiltecoupé

Op De kunst der poëzy van Willem Bilderdijk

door Maria Barnas

Natuur, die ’t menschlijk lot, zo aaklig op deze aarde,
De balsems voor het leed met moederteêrheid gaârde,
Weefde in ’t gewrocht van ’t hart de stikziende eigenmin
Met wondre mengelstof van bonte draden in.
Dat weefsel dekt voor ons het innigst van dat harte,
Verbergt ons wond en buil, al kwijnt men van de smarte,
En streelt ons met een’ schijn, waarin de ziel zich vleit,
In ’t midden van den poel der diepste onwetendheid.
Dan bidt men d’Afgod aan, dien ’t waanziek brein zich smeedde,
En wierookt aan den damp, en noemt den waanzin, rede;
Dan heet het, Wijsgeer zijn, voor ’t heldre daglicht blind,
Te tasten met de hand, of ze ergens schemer vind.

Er is een gevoelen
een vermoeden ik bedoel:
ik zou wel eens blind willen varen
op gevoelens ontsprongen aan ’t gewrocht
van ’t hart mijn ziel weten te plaatsen.

Er is wel een gevoelen
een vermoeden ik bedoel
dat Bilderdijk pre-Freud
pre-hormonale disbalansen
andere gevoelens kende dan ik
gevoelens anders uitsprak
gevoelens anders voelde.

Dat gevoelens groter waren
toen ze nog heel
en weliswaar onberekenbaar
maar onaantastbaar waren
en al stonden ze niet altijd en overal
in hoger aanzien dan het verstand
ze waren puur en stroomden
uit een innig hart
dat meer dan een spier
een bron van opwelling was
en lijnrecht stond
– maar stond! – trots
tegenover de rede.

*

Ik heb wel gevoelens
maar ik heb geleerd
ze niet persoonlijk te nemen.

Voel ik me verlaten
dan komt dat vast door vroeger
of een gekleurde herinnering
die samenhangt met angst voor later
die onbestemde gruizige brok in mijn keel
los te schudden
met een zonniger houding
ten aanzien van het leven
meer sport een cursus familie-opstellingen
therapie het laatste selfhelp-boek
De baas over je emoties
of toch Omarm je emoties.

Angsten kun je ontlenen aan een boek
dat zie je aan lezende mensen
in de stiltecoupé van de trein
die zonderlingen die niet zichzelf bekijken
op een tablet of telefoon
maar zich verdiepen in andermans verhaal.
Ze staren stuurs in de verte van de letters
alsof die zouden verdwijnen als de aandacht
even op iets anders wordt gericht.
Ze doen alsof je er niet bent
verroeren geen spier zelfs niet
als je heel dichtbij komt
en begluurt wat ze aan het lezen zijn
de kaken leesvast
om geen woord te laten ontsnappen.

Hoe hier uit op te maken
dat lezen aantrekkelijk kan zijn?
En waarom wil ik zo graag weten
wat de vrouw leest
die ineengekrompen rond haar boek
in een zwaar lichaam
gemaakt om lang te blijven zitten
lezen de nek gekromd en in de romp gezakt
de handen vroom om literatuur gevouwen
het hoofd omlaag de wenkbrauwen zwaar
over haar ogen zucht.

Net wanneer ik de titel lezen kan
klapt ze het boek dicht
in mijn gezicht sorry
zeg ik
sorry dat ik
sorry
het spijt me
ik

en net wanneer ik vragen wil
of zij ook last heeft van bestaansschaamte
begint ze te sissen:
dit is een stiltecoupé
haar essen spetteren in mijn gezicht.

Wat heb ik met deze vrouw te maken. Waarom
wil ik haar toevertrouwen: ik lees ook graag
misschien kunnen we een leesclub beginnen.
Waarom vind ik het erg dat ze me negeert
voel ik me in de steek gelaten
door een wildvreemde?

Ik zou haar willen zeggen:
ervaringen zijn ook maar willekeurige projecties
en reacties op inbeeldingen.

En o grote onkenbare Stiltecoupé
hoe verklaar je anders
dat ervaringen of herinneringen aan ervaringen
te herprogrammeren zijn en daarom
niet serieus te nemen
of niet geheel.

En over die angst voor later
voor iets wat er niet is
o in jezelf verzonkene
dat is een drempel die ik zelf heb opgeworpen.
Ik zou meer onverwachte dingen moeten doen.
Jij trouwens ook zacht deinende Stiltecoupé
om de hersenen uit te dagen
en nieuwe dingen
nieuwe verbindingen te maken.

Dingen dingen dingen
als je ze dingen blijft noemen
verandert er nooit wat natuurlijk.
Oogloze neusloze mondloze
vormen kneedbaar deeg
waarin ik tevergeefs een vuist stomp
blijf stompen.

Fysiek geweld is ook maar een uiting
van erfelijke onmacht.

Het mag een wonder heten dat we de woorden
voor gevoelens nog in de mond willen nemen.
Hebben we woorden voor emoties
of emoties voor woorden
angst
verdriet
woede
en raken we er daarom mee verbonden
in vast geklonken
en hoe zou Bilderdijk de verbijstering
om de verstrengelende vertakkingen van taal
die ik best gevoelig wil noemen
en waarvan de gevolgen
maar amper zijn te overzien verfijnen?

We zijn een stilte van elkaar verwijderd.
We zijn maar woorden
bij elkaar vandaan.

*

Er is wel een gevoelen
een vermoeden ik bedoel:

buiten deze context vermijd ik gevoelens
bang om voor watje te worden uitgemaakt
of aansteller
hysterisch
wijf.

Ik ben een goede aansteller
en heb talent voor hysterie
maar wat moet ik ermee?
En dat ik een vrouw ben
sterkt mijn zaak niet Stiltecoupé.
En mocht je opkijken uit je boek
om te vragen waarom dan leg eens uit
dan zou ik met geheven stem
en goed gedoseerd vibrato zeggen:
omdat een man die een aansteller is
een dramatische aanleg heeft
en een vrouw met dezelfde kenmerken
de mond wordt gesnoerd of redeloos
wordt genoemd wat op hetzelfde neerkomt.

Ik zei toch dat ik een aansteller ben.

Maar Stiltecoupé heb je ook gelezen
over de vrouwen (acht op de tien)
die huilen in kasten op kantoor
omdat ze niet betrapt willen worden
met hun verdriet
die onbetrouwbare minnaar.

Huilen mannen ook wel eens?
Wil de man die ook wel eens huilt
in een bezemkast opstaan?

Ze huilen de vrouwen
de bezems omarmend
en ze snuiten de neus in een swiffer.
Wat moeten we met de vrouwen die doorhuilen
op de wc als de bezemkast vol is
o Stiltecoupé.

De vrouwen troosten elkaar niet
want daar is geen beginnen aan
en daarom zijn de rijen langer bij de vrouwen-wc’s.
Er moeten huilhokken komen met professionele troosters (M/V/X)
die zeggen: huil maar want het komt niet goed huil maar
want het komt niet goed huil.
Troosters kunnen ook robots zijn als iets of iemand
het bodemloze verdriet maar erkent uitspreekt
opdat het niet alleen tussen stoffer en blik
blijft plakken tussen de kruimels de proppen
die ook in de bezemkast eindigen.

Huil maar Stiltecoupé
want het komt niet goed huil maar
want het komt niet goed huil maar tegen mij aan.

Zag ik daar een traan?