Eindelijk bloemen op het graf van onze enige geniale idioot

september 2006

door Arjan Peters

Niets ten nadele van Leiden, dat altijd paraat heeft gestaan als er weer een Bilderdijk-herdenking aan zat te komen. Zo was het gisteren de 250ste geboortedag van onze grote romantische dichter (1756-1831), en daarom is er een bibliografie verschenen, en werd een tentoonstelling geopend. Zo hoort dat, in de stad waar de poëet zich in 1781 inschreef als rechtenstudent, en waar hij na tal van omzwervingen in 1817 terugkeerde om privé-colleges geschiedenis te geven.

Natuurlijk is Leiden die eer gegund. Maar nu wil Haarlem ook. Want iedereen is vergeten, aldus Haarlems stadsdichter George Moormann, dat Bilderdijk de laatste vier jaar van zijn leven aldaar heeft doorgebracht, na de dood van zijn tweede vrouw hevig verlangend naar de dood, die hem op 18 december 1831 kwam halen. Dit jaar precies 175 jaar geleden.

Nu kan Haarlem iets terugdoen voor die wonderlijke inwoner, die behalve dichter onder meer ook tekenaar was, jurist, medicus, classicus, arabist, taalkundige, theoloog en bouwkundige. Moormann: ‘Zijn sterfhuis bevindt zich op de Grote Markt 11, en dat wordt als winkelcentrum c.q. doorgangshuis gebruikt. Hij krijgt dus veel bezoek, maar dat komt niet voor hem. In 1885 is er een grote herdenkingssteen in de gevel gemetseld. Die is door de Haarlemse slagregens en de wind die Bilderdijk zo vreselijk vond, onleesbaar geworden.’

Werk aan de winkel. Moormann start een inzamelingsactie om de plaquette weer leesbaar te maken, en denkt aan een stadswandeling: ‘Bilderdijk heeft hier op drie adressen gewoond. Eerst in de Damstraat – dat huis bestaat niet meer – toen op de Bakenessergracht, en ten slotte in dat huis boven de huidige Brinkmann Passage. In de zeventig, der dagen zat, altijd klagend – zoals een romanticus betaamt, al had hij daar ook recht toe, sinds hij vanaf zijn zesde met een slepend linkerbeen zat –, weduwnaar, al zijn kinderen op een na gestorven, verkerend in nevelen van opium die hem visioenen en geesten voortoverde, heeft hij toch nog gedicht en aan vertalingen gewerkt.

‘Je kent ‘Uitvaart’ wel, dat hij heeft geschreven met zicht op de St. Bavo: Befloerste trom/ Noch rouwgebrom/ Ga romm’lende om/ Voor mijn gebeente. Welnu, in diezelfde kerk ligt hij begraven. Omdat een predikant die het graf in de kerk voor zichzelf had gereserveerd, zijn rustplaats uit eerbied afstond aan de onsterfelijke bard. Tot die oplossing was gevonden, stond het lijk al vijf dagen boven de grond. Bij de begrafenis waren alleen wat vrienden aanwezig.’

Daar zal op maandag 18 december 2006 zeker aan worden gerefereerd, als er een herdenkingsplechtigheid in de St. Bavo plaatsvindt. Uiteraard mag de nieuwe burgemeester Schneiders niet ontbreken. Moormann: ‘Ik heb hem laatst al aangesproken op die gevelsteen. Weet u wat daar staat, vroeg ik hem. Dat wist hij niet. En hij keek daar zeer schuldig bij! Maar Haarlem is niet zo trots op haar schrijvers en kunstenaars dat er dan niet ook direct iets gebeurt. De inzamelingsactie is een particulier initiatief.’

Op 18 december zal tijdens de romm’lende omgang een krans worden gelegd bij Bilderdijks graf. Hoogste tijd, zegt Moormann, nu ‘overal allerlei halve idioten maar beelden en toespraken krijgen, en onze enige geniale hele idioot wordt overgeslagen.’

Copyright: Arjan Peters